- ervan
- {{ervan}}{{/term}}1 from/of it 〈enkelvoud〉 /them 〈meervoud〉♦voorbeelden:1 dat is het aantrekkelijke ervan • that's what is so attractive about itde helft ervan • half of it/them/thatde verbindingen die ervan afgeleid zijn • the combinations derived from itik ben ervan overtuigd/ ervan overtuigd dat • I am convinced of it/convinced thatdat komt ervan • 〈figuurlijk〉 that's what comes of ithij kan zich moeilijk ervan losmaken • he has trouble breaking free from italles wat men ervan maken kan • all one can make of ithoeveel hij ook ervan nam, … • no matter how much he took of it, …ik schrok ervan • it gave me a frightde mensen spraken ervan • people talked about itwat vind je ervan? • what do you think of it?de hele stad weet ervan • the whole town knows about itervan weggaan/scheiden • depart/divorceervan weten • know of it¶ we kregen ervan langs • we were given what for
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.